Samuel Hagenau doet opgravingen op het terrein van Kamp Westerbork. Op de dag waarop zijn ex-vrouw meldt dat ze nog een keer langskomt voor haar laatste spullen, wandelt hij het bos in om zijn gedachten te ordenen. Nauwelijks op weg vindt hij een uitgebrande auto en onder die wagen een verkoold lichaam.
Amen is Marcel Mörings meest persoonlijke boek. Een nietsontziend onderzoek naar wat we liefde noemen, hoe het begint en hoe het eindigt, hoe we leven in het verhaal dat we onszelf daarover vertellen. Het is een koortsachtige roman over seks, archeologie, herinnering, de eenzame wolf die steeds weer opduikt in het noorden en een buurmeisje dat tijdens een vakantie in de jaren zestig verdween.
Marcel Möring (1957) woont in Assen. Dit boek heeft de titel van het dorp Amen. Veel dichterbij Midden-Drenthe kunnen we niet komen met een boek.
Marcel schreef ook de romans Mendels erfenis (1991, Geertjan Lubberhuizenprijs), Het grote verlangen (1992, AKO Literatuurprijs), In Babylon (1997, Gouden Uil Literatuurprijs), Dis (2006, F. Bordewijkprijs 2007 en de longlist van de Libris Literatuur Prijs en AKO Literatuurprijs), Louteringsberg (2011) en Eden (2017).
De recensie in de Volkskrant
Amen van Marcel Möring is bezeten van toon en uiterst persoonlijk ★★★★☆
In Amen van Marcel Möring gaat de lezer kopje-onder in de stroom van gedachten en overpeinzingen van archeoloog Sam. Het levert een compact boek op, bezeten van toon en uiterst persoonlijk.
Persis Bekkering, 22 november 2019
Een archeoloog is verlaten door zijn grote, tragische liefde, Joyce. Ze heeft zonder uitleg haar spullen gepakt en één doos laten staan. Halverwege de lange eerste zin van Amen kondigt ze aan dat ze ’m komt ophalen. Haar bericht breekt brutaal in in de eindeloze, abstracte overpeinzingen (gebeden?) van de verteller: ‘Dat er een begin is dat begint en een einde dat eindigt en dat het einde begint en het begin eindigt en dat het tij van de tijd aanspoelt…’ ‘Kom zaterdag de laatste doos halen oké?’ staat er dan ineens. Een beetje lullig, die doos tussen de universele bespiegelingen (‘alles stroomt’, enzovoort). Hij staat al maanden in de gang, ook dat nog, en de archeoloog heeft er nog stééds niet in gekeken. Lees de hele recensie